Quantcast
Viewing latest article 8
Browse Latest Browse All 12

Leefgemeenschappen sociale laboratoria van deze tijd?

Ik reisde een jaar lang door de VS en bezocht daar een aantal leefgemeenschappen. Mijn doel was om te bekijken of het ideaal om in een groep te wonen reëel was en of ik het in zo’n groep naar mijn zin zou kunnen hebben.
Ik bezocht samen met mijn vriendin 14 grotere leefgemeenschappen (tussen 25 en de 300 personen) op het platteland en 5 kleinere, waarvan 1 in de stad. Over elke groep schreef ik een artikel en tot slot deze samenvatting.

De essentie van een leefgemeenschap

Naast studentenhuizen (die uit geld- en/of woning-nood ontstaan) of Centraal Wonen (waar het gaat om sociaal ingestelde mensen in de buurt te hebben en praktische zaken te delen), zijn leefgemeenschappen gemaakt door mensen die een diepere band met elkaar (willen) voelen.
En dan niet een intimiteitsband, want zo’n band beperkt zich meestal maar tot enkele mensen. Die band kan een interessesfeer zijn, maar wat verder gaat is samen een doel te hebben. Dat doel kan erg variëren. Het kan zelfgericht zijn, waar het gaat om de eigen ontplooiing op een alternatieve manier. Maar het kan ook een op de ander gericht doel zijn. En tenslotte kan het doel gericht zijn op het dienen van een hoger beginsel, het gestalte proberen te geven aan bepaalde filosofieën, levensbeschouwingen of religies.

Voor de duidelijkheid geef ik daarom mijn indeling van de leefgemeenschappen naar doelstelling als referentiekader bij het lezen:

  • Zelf -gericht: The Farm (zoals het was), Cerro Gordo, Shannon Farm, Stelle, East Wind, Twin Oaks.
  • Deels zelf gericht deels op de ander: The Farm (nu), Kerista, High Wind, Harbin Hot Springs, Breitenbush Hot Springs, Sirius
  • Ander-gericht: Cello (natuurbescherming), Fellowship Community (bejaardenzorg), Kimberton Hills (gehandicaptenzorg)
  • Ander gericht met religieuze basis: Green Pastures Estate
  • Religieus: Krishna’s, Ananda, Padanaram

Groepsgevoel geeft stabiliteit

Ik heb gemerkt dat groepen met een ideaal dat boven de individuele persoonlijkheden van de leden uitging het stabielst zijn. Stabiel in de zin van dat leden die er eenmaal wonen er ook blijven wonen. En niet in de zin van bijvoorbeeld Twin Oaks dat jaarlijks vijftien leden kwijtraakt, maar er ook weer vijftien bijkrijgt. Dat geeft juist een onstabiel gevoel, zo instabiel dat gezinnen het er nooit langer dan een jaar uithouden. Op Twin Oaks zijn we twee keer geweest (met een tussenliggende periode van zeven maanden) en de tweede keer waren er een flink aantal mensen vertrokken. Ik zelf voelde een grote teleurstelling: hoe kun je zo ooit iets samen opbouwen? De eerste keer had ik al dingen gemist: een gezinsgevoel had ik het genoemd of toewijding. En dat vond ik later wèl in de leefgemeenschappen die de ander of het hogere centraal stellen, zoals in Celo, Ananda, Padanaram en The Fellowship. Ik ben het essentieel gaan beschouwen voor wat ik zoek in een leefgemeenschap.

Image may be NSFW.
Clik here to view.
twin oaks
De idealen van Twin Oaks zijn ook sterk en duidelijk en dat geldt zeker voor de vorm die ze ervoor gekozen hebben. Maar de leden zijn er in de eerste plaats voor zichzelf en zullen ook voor zichzelf kiezen als ze veranderen van opvatting of als hen iets niet meer bevalt of als ze iets nieuws willen leren of zien. Daarom zou ik Twin Oaks een ‘groeigroep’ willen noemen. Er is echter te weinig plaats voor mensen die uitgegroeid zijn. Vandaar dat ze bepaalde categorieën mensen missen die ikzelf onontbeerlijk vind voor een volledige leefwereld.

Ik kan het voorafgaande ook positief zeggen: De doelstelling van Ananda Village bijvoorbeeld is om de leringen van de guru Paramahansa Yogananda te volgen en ernaar te leven. Zo’n doelstelling trekt mensen aan, die hun persoonlijkheid ondergeschikt kunnen maken aan een hoger ideaal, eventueel aan een spiritueel leider. Het zijn geen mensen die zich druk maken over eigen zeggenschap of over eigen plannen die niet van de grond zouden komen. Het zijn mensen die juist boven deze persoonlijkheidsverschillen willen staan en daardoor hechter zijn als groep.

Als ik kijk waar ik me het meest thuisvoel dan zijn dat de ander-gerichte groepen. Desondanks voel ik me tot geen ervan ècht aangetrokken. Vreemd genoeg denk ik dat ik me in Cerro Gordo (als het af is) nog het meest zou thuis voelen: in een ecologisch dorp zijn altijd genoeg mensen te vinden om je eigen groep vrienden te vinden.

Te hoog gegrepen idealen

Wat ik veel heb gezien is dat, ondanks de wil om samen te doen, veel groepen veranderden of veranderd waren in de richting van minder gemeenschappelijk.

Er werd dan gezegd dat het verlangen van mensen naar persoonlijke vrijheid, privacy en autonomie dieper zat dan dat ze gedacht hadden. Vaak wordt gestart met idealistische motieven, gecombineerd met een houding van ‘dat moet kunnen’. Nadat bleek dat dat toch niet helemaal werkte en er dan minder gemeenschappelijk werd gedaan, ging de groep vervolgens beter draaien. Dat er dan meer van de grond komt op reëlere basis. The Farm was na die verandering bijvoorbeeld financieel uit het dal gekomen.

De motor van een leefgemeenschap

Aanvankelijk dacht ik ook dat een leefgemeenschap stabieler is naarmate er minder gemeenschappelijk wordt gedaan. De verklaring daarvoor is simpel: dingen delen is moeilijk, dus ook een reden om eerder te vertrekken. Uiteindelijk bleek echter het tegendeel waar. Mensen komen en gaan. Individuele vrijheid staat hoog aangeschreven in het huidige tijdperk. Daardoor zijn er duizenden redenen om te vertrekken. Het gras bij de buren is altijd groener. Steden kunnen het  zich permitteren om mensen te laten komen en gaan, omdat er altijd wel mensen zijn om de essentiële taken op zich te nemen. Er zijn zoveel mensen dat er meestal voldoende ervaring is om de zaak draaiende te houden.

Leefgemeenschappen echter staan of vallen meestal bij de gratie van een klein aantal gemotiveerde mensen. Als niet gelijk elk van die duizend redenen aanleiding geeft tot het vertrekken bij deze mensen, wordt de leefgemeenschap waarin ze leven dus stabieler. Een groep mensen die gekozen heeft voor een dienend ideaal, zal zich gemakkelijker kunnen heenzetten over persoonlijke verlangens en ook minder hechten aan persoonlijk bezit. De meer stabielere leefgemeenschappen zijn daardoor ook de gemeenschappen met een dienend ideaal en daarom blijkt ook dat de stabielere leefgemeenschappen ook meer gemeenschappelijk hebben. De uitzondering hierop is Ananda Village, waar de mensen wel veel privacy, eigen spullen en prive-inkomens hebben.

Hoe gemeenschappelijker, hoe beter?

Alle leefgemeenschappen hebben gemeen dat ze de grenzen van mensen tegenover die van het geheel verkennen. En dat daarbij persoonlijke problemen en spanningen optreden zal iedereen duidelijk zijn.
Land blijkt goed samen te beheren.
De huizen erop of de bedrijven die ze runnen zijn zelden aanleiding tot conflicten zolang het werk wat je er in stopt binnen een afgesproken structuur valt; zolang je dus niet het gevoel hebt je uit de naad te werken voor een ander.
Samen eten heb ik nooit ergens als een probleem ervaren. Wat meestal vanzelfsprekend als privé wordt ervaren zijn de spullen die je in je eigen kamer hebt. Verder zit tussen gemeenschappelijk en privé een grensgebied van dingen waarvan mensen vinden dat ze gemeenschappelijk kunnen zijn, maar die altijd in gebruik zijn (gereedschap, materialen), of er net niet zijn als jij ze nodig hebt (auto, fiets).

Wat de problemen oplevert, al dan niet geaccepteerd, getolereerd of doodgezwegen, is het geld! Mensen willen wel eens iets extra’s zonder daar steeds verantwoording voor te moeten afleggen of hun geweten te moeten raadplegen: een cadeau voor iemand (of jezelf), of een leuke vakantie. De meeste groepen gaan dan ook terug van een gezamenlijk inkomen naar eigen inkomen.

Het is niet zo, dat als je een leefgemeenschap wilt opzetten dat je het beste kunt uitgaan van zo weinig mogelijk gemeenschappelijk hebben, omdat je er dan altijd nog naar toe kan groeien meer samen te gaan doen. Er is namelijk een wisselwerking tussen de mens en het systeem dat hij kiest. Een bepaald systeem bevalt mensen, past bij ze of niet. Mensen veranderen niet zo snel als vaak wordt gedacht. Als een systeem zich eenmaal gevormd heeft, en mensen daarvoor heeft aangetrokken, dan verandert dat systeem daarna niet meer zo snel. 

Kortom: als je bepaalde mensen wilt aantrekken, moet je een systeem kiezen dat die mensen aantrekt. Wil je mensen die bij jou passen, dan moet je het systeem kiezen dat het beste bij jou past.

Verschillen zijn essentieel

Een van de dingen die ik leerde was dat alle groepen heel verschillend zijn en ook heel verschillend geaarde  mensen aantrekken. Toen we op Twin Oaks waren dacht ik: waarom komen al die mensen van die andere leefgemeenschappen niet hierheen? Of waarom doen ze niet hetzelfde, want het draait hier zo goed? Waarom komt half Amerika hier niet wonen? Het antwoord kwam onderweg. Er is net zo’n variatie in persoonlijkheden als in leefgemeenschappen en iedereen zoekt een groep die het beste hem of haar past. Soort zoekt soort.

Op een gegeven moment zeiden we tegen elkaar: die persoon zou het wel eens goed kunnen doen in die leefgemeenschap. Natuurlijk is er wel een overlapping en bepaalde mensen passen in meerdere groepen, vooral als die veel op elkaar lijken. Maar voor mij werden de verschillen essentiëler dan de overeenkomsten.
Zo is Ananda de mooiste leefgemeenschap en The Farm een puinhoop.
Breitenbush is erg bezig met het milieu en Padanaram spoot er wild op los en kapte bomen bij het leven voor hun houtzagerij.
Op Twin Oaks lijkt de tijd 50 jaar vooruitgezet wat betreft rolpatronen en op Padanaram 50 jaar achteruit.
Sommige leefgemeenschappen draaien om een bedrijf (Harbin Hot Springs), sommige om dienstbaarheid aan anderen (Kimerton Hills) en anderen dienen het hogere (Ananda).
Van vrijheid op kledinggebied (mannen in jurken op Twin Oaks), tot uniformiteit (mannen in Krishna-jurken op New Vrindaban).
Van werk op de eerste plaats en de mens daarna (Harbin), tot het omgekeerde (Ananda).
Van goed georganiseerd (Twin Oaks), tot doe-maar-raak (oude The Farm).
Van future age (Stelle) tot old age (Amish).
Leefgemeenschappen zijn dus trouwens niet per definitie progressief-alternatief.

“Wij hebben de oplossing”

In het licht van al deze verschillen tussen leefgemeenschappen onderling werd het heel lachwekkend als je groepen hoorde beweren dat “zij het antwoord zijn en de oplossing hebben”.
Zo zeggen de Krishna’s: “Alle groepen zullen uiteindelijk in onze stad opgaan.”
Of Stelle: “Wij zijn de uitverkorenen”.
Padanaram: “Wij zijn een dorp dat door God is uitgekozen en eens zullen alle dorpen worden gemodelleerd naar ons voorbeeld”.

En dan zijn er natuurlijk de minder opvallend uitgesproken gedachten van veel individuen die in een groep wonen: “Dit is toch de ideale manier van leven. Waarom komt niet iedereen hier wonen?”.

Als mij iets duidelijk is geworden dan is het wel dat die variëteit zal blijven bestaan en misschien zelfs meer zal worden. Zoveel hoofden, zoveel zinnen. Zoveel groepen, zoveel variëteit. Die grote verschillen zijn er de oorzaak van dat oplossingen voor de een, nog geen oplossing voor de ander hoeft te zijn. Wij dachten vaak dat we een groep een leuk idee aan de hand konden doen, door te vertellen hoe iets in andere groepen opgelost werd, maar vaak werd zo’n idee niet overgenomen. Iedere groep heeft zo zijn eigen dynamiek.

Leiderschap

Van leiderschap hebben we zo’n beetje alle variaties meegemaakt. Van consensus (Sirius, Kerista), naar consensus binnen een groep met meer ervaring (Kimberton), naar wisselende commissies (Fellow-ship), naar managers/planners (Twin Oaks), naar democratie met al of geen vertegenwoordigers (East Wind, Celo, Cerro Gordo), naar een groep leiders (Harbin), naar dienend leiderschap op 1 gebied (Ananda) tot bijna alleenheerschappij (Padanaram).
De manier waarop leiderschap is georganiseerd hangt heel duidelijk samen met hoe de groep verder is. Ik had niet méér moeite met Daniel, de leider van Padanaram, dan ik had met de hele ondergeschikte sfeer die er hing. Daarover met hen te discussiëren zou even weinig zin hebben als over hun rolpatronen of hun homo-angst.

Het is helemaal niet zo duidelijk dat de ene vorm van leiderschap beter is dan de andere. In theorie is het misschien wel mooier als je het allemaal eens kunt zijn, maar in de praktijk is dat moeilijk en afhankelijk van de mensen van de groep. Leiderschap werkt als mensen geleid willen worden. Als ze niet geleid willen worden, vergeet het dan maar!
Ook als een groep geen leiders heeft zijn er altijd mensen die ouder zijn of meer ervaring hebben en die vanuit die positie een soort informeel leiderschap op zich nemen. Het zijn dan de initiatiefnemers. Vanuit de psychologie is bekend dan in een willekeurige groep gemiddeld 5% van de mensen initiatief-capaciteiten heeft. Over het algemeen levert dit geen problemen op in leefgemeenschappen. Behalve in Twin Oaks: jaar na jaar wordt daar gevecht geleverd tegen deze natuurlijke leiders, omdat men daar vindt dat ieders mening zo volledig mogelijk tot zijn recht moet komen. De initiatiefnemers zelf vechten daar tegen de eindeloze procedures waar ze doorheen moeten om een plan er door te krijgen. Redenen om te vertrekken…

Varia

Behalve de grote lijnen zijn er nog een aantal dingen die me zijn opgevallen:

  •  Het geld moet kloppen, want als er problemen komen nekt je dat.
  • Kinderen worden makkelijk te veel als je zelf nog groeit.
  • In het algemeen zijn mensen in het begin geneigd om spullen makkelijk te delen. En meestal moeten daar later regels voor opgesteld worden of men moet een stapje terug.
  • Opruim of poets-standaards verschillen. Om te voorkomen dat altijd dezelfde mensen poetsen, moet je het organiseren.
  • Zelfs in het samenleven met de liefste en aardigste mensen duiken er problemen op die je moet uitwerken of uitpraten.
  • Soort zoekt soort. Zoekende mensen trekken zoekende mensen aan. Stabiele mensen trekken andere stabiele mensen aan.
  • Het soort doel van een groep is belangrijk voor de stabiliteit van een groep.
  • Een eigen inkomen verzorgen kan een goede motivatie zijn om productief werk te doen.
  • Groepen die op papier hetzelfde lijken, blijken in werkelijkheid heel erg te kunnen verschillen. Details kunnen veel uitmaken in hoe je je leven ervaart. Zo kan het ook gebeuren dat een op papier oninteressant lijkende groep warme en prettige contacten kan opleveren, waardoor het leuk is er te verblijven. Omgekeerd geldt zeker hetzelfde.

Leefgemeenschappen, een beweging?

Hoewel we natuurlijk alleen die leefgemeenschappen hebben bezocht die open staan voor bezoekers en we daardoor niet echt een algemeen beeld kunnen geven, hebben we de indruk gekregen dat de leefgemeenschappen in de VS een soort beweging vormen.
Mensen trekken van de ene naar de andere groep. Leden verlaten de ene groep omdat ze denken het te gaan vinden in die andere groep. Om die reden kunnen leefgemeenschappen het zich ook permitteren zich te richten op heel bepaalde idealen en daardoor tot heel bepaalde mensen. Ze verliezen er misschien mensen mee, maar ze winnen er ook mensen mee. Het betekent echter wel dat een groep die zijn tijd erg vooruit is of achterloopt (Amish) en dus niet zo snel nieuwe leden zal trekken, of heel stabiel of heel groot (Amish) moet zijn om te overleven.
Het betekent ook dat de “de beweging” in het algemeen een doorsnee zal zijn van wat er op dat moment in de bevolking als geheel leeft aan alternatiefs.

Zijn leefgemeenschappen eilandjes?

Leefgemeenschappen zijn meer geaccepteerd dan vroeger en hebben een grote achterban. Moderne communicatiemiddelen en verkeersmiddelen zorgen ervoor dat leefgemeenschappen geen eilandjes zijn, of in ieder geval dat niet hoeven te zijn. Veel leefgemeenschappen leven ook van de achterban: cursussen, conferenties, retraites.

Mensen in leefgemeenschappen zijn niet anders dan de mensen erbuiten. Het enige verschil is dat ze het anders proberen te doen. Ze gaan dichter op elkaar wonen en dan duiken er karakteristieke problemen op die elke groep op zijn eigen manier probeert op te lossen en waarin ook veel overeenkomsten in te vinden zijn. Eigenlijk lijken de problemen van mensen in leefgemeenschappen verdacht veel op die van de mensheid in zijn geheel, die langzaam maar zeker gedwongen wordt om steeds meer rekening met elkaar te houden. Leefgemeenschappen zullen eerder oplossingen moeten vinden, doordat het sociale contact intenser is. Leefgemeenschappen zijn daardoor een soort sociale proeftuinen of laboratoria.

De ideale leefgemeenschap …

… bestaat dus niet. Jammer hè?
Je werkt altijd samen met mensen die hun eigen visie hebben en die zal niet altijd de jouwe zijn. Verder zijn we allemaal menselijke wezens en door persoonlijkheidsverschillen en misverstanden, die je niemand kwalijk kunt nemen zullen er altijd problemen blijven bestaan, die pijn zullen doen, maar mensen ook dichter bij elkaar zullen brengen. Samenwonen betekent concessies doen, waarbij de voordelen moeten opwegen tegen de nadelen.

Zoeken naar een andere samenleving

Het onderliggende motief voor mijn zoeken naar een leefgemeenschap is terug te voeren op het verlangen naar een andere samenleving. De wens te laten zien dat het ook anders kan. Na het eerst willen veranderen van de samenleving als geheel, kwam het iets realistischer beeld van de leefgemeenschap als symbool voor een betere wereld, het wonen in een stamverband.
Mijn zoektocht heeft me nu geleerd, dat leefgemeenschappen inderdaad een echt alternatief kunnen zijn voor onze onpersoonlijke samenleving met hele goede oplossingen voor allerlei problemen.

Maar ook heeft mijn reis me geleerd dat mijn zoeken naar een andere samenleving eigenlijk voortkomt uit mijn verlangen naar echte goede, diepe contacten met mensen. Het verlangen naar geluk en al dat soort fraais.
Ik realiseer me dat ik niet sterk genoeg was dit in mezelf te vinden of het te halen in wat ik om me heen vond. Dat ik daarom fanatiek zocht naar manieren om mijn verlangen met anderen te verwezenlijken. Mijn zoektocht heeft me sterker gemaakt. Ik heb nu meer het gevoel: het komt vanzelf wel. Hoe meer ik het in mijzelf voel, hoe meer ik het om me heen kan realiseren.

Mijn zoeken naar een leefgemeenschap heeft me dus opgeleverd, dat ik “een oplossing”, zo die al zou bestaan, nu meer zoek in mijzelf.”

Huub Neys 

Lees ook op AltNed:

Het bericht Leefgemeenschappen sociale laboratoria van deze tijd? verscheen eerst op AltNed Artikelen.


Viewing latest article 8
Browse Latest Browse All 12